Algemeen Bestuur stelt begroting voor 2025 vast

Samen aan oplossingen werken 
De gemeenten en daarmee ook Avri staan voor grote opgaven op het gebied van circulariteit en klimaatadaptatie. Deze komen ook terug in de coalitieakkoorden van de gemeenten. Alleen samen en regionaal kunnen wij werken aan een oplossing voor deze grote opgaven. Hoe we dit willen doen, staat in het Strategisch Koersplan 2024 - 2030. Dit koersplan is de basis voor onze kadernota’s en onze begroting. 
 
Meer invloed gemeenten op begrotingsproces 
Eerder is de kadernota 2025 vastgesteld, waar gemeenten op konden reageren met een zienswijze. Deze zienswijzen heeft Avri meegenomen bij het opstellen van de ontwerpbegroting 2025. De ontwerpbegroting 2025 is op 11 april jl. aangeboden aan gemeenteraden. Ook hier konden gemeenteraden op reageren. Avri heeft de reacties verwerkt in de zienswijzenota, die op 3 juli naar de gemeenteraden is gestuurd. Deze zienswijzen zijn vervolgens meegenomen in de definitieve begroting 2025. Door op deze manier te werken, krijgen de gemeenten meer invloed aan het begin van het begrotingsproces. 
 
Zienswijzen begroting 2025 
Alle gemeenten hebben gereageerd op de ontwerpbegroting 2025. De volgende onderwerpen werden het meest genoemd:  

• Toegenomen vervuiling van grondstoffen 
  Gemeenten maken zich zorgen over de toegenomen vervuiling van het ingezamelde afval. Ze roepen op tot een doorontwikkeling van de Schone Grondstoffencampagne en een betere samenwerking tussen Avri, de gemeenten en de inwoners. Dit gaan we zeker doen.  
   
• Circulair ambachtscentrum Medel 
  Gemeenten maken zich zorgen over de investeringskosten van het circulair ambachtscentrum. Dit signaal nemen we serieus. De afgelopen periode hebben we het project ook in verschillende raadsvergaderingen toegelicht en zullen de raden blijven informeren. 
   
• Afvalstoffenheffing 
  Gemeenten vragen aandacht voor de hoogte van de afvalstoffenheffing. De voorgestelde stijging van de afvalstoffenheffing in 2025 (6,7%) is ietsjes hoger dan de verwachte landelijke stijging (6,3%). De stijging is iets hoger, maar daarmee komt het tarief niet boven het landelijke gemiddelde uit.